Diepere lagen
“Slaan jullie je kinderen?”
“Krijgt de hond elke dag genoeg eten?”
“Zijn jullie de baas in huis of zijn de kinderen dat?”
“Hoe reageren jullie als er weer diarree van de hond in huis ligt?”
“Staat je man achter je als je de kat corrigeert?”
Het lijken misschien stomme vragen die ik mensen soms stel als ik aan het tolken ben maar ik moet ze toch stellen. Want hoe kan ik een hond uitleggen dat hij niet mag bijten als de mensen elkaar in huis slaan? Hoe kan ik tegen een hond zeggen dat er altijd genoeg eten is voor hem (en hij dus niet aan het eten van de mensen mag komen) als hij niet de zekerheid heeft van regelmatig en genoeg eten? Hoe kan ik zeggen dat een dier onderin de hiërarchie staat als ouders zich laten ringeloren door hun kinderen? Hoe kan ik een ziek dier uitleggen dat het niet erg is als de ontlasting haar weer ontglipt als de mensen boos reageren? Hoe kan de vrouw de kat de baas zijn bij een conflict als de man ondertussen in zijn vuistje lacht en zich daarmee achter de kat schaart?
Je houdt dieren niet voor de gek. Mooi weer spelen is er niet bij want dieren voelen haarfijn de diepere betekenis. Daarom zijn diergesprekken confronterend. Ze raken diepere lagen in jezelf.